1.   Waar vind ik de toolkit van de Raad van Europa voor vrijwilligers die taalondersteuning in mijn moedertaal verstrekken aan vluchtelingen?

De toolkit bevindt zich op deze website www.coe.int/lang-refugees. De 57 tools en andere hulpmiddelen die deel uitmaken van de toolkit, zijn beschikbaar in zeven verschillende talen: Engels, Frans, Nederlands, Duits, Grieks, Italiaans en Turks. Je vindt de gewenste taal halfweg de startpagina of bij de knoppen in de rechterkolom van de startpagina.


2.   Hoe is de toolkitwebsite opgebouwd?

De website bevat 57 verschillende tools onder de vorm van richtlijnen, activiteiten, referentielijsten en andere hulpmiddelen. De tools zijn ondergebracht in verschillende rubrieken die je bovenaan op de webpagina’s kunt openklikken. Je kunt de tools online inkijken of downloaden in Wordversie of pdf (zie ook vraag 6 hierna).

Als je een rubriek aanklikt, krijg je een gedetailleerd menu met de thema’s op de volgende pagina’s. Via de thema’s op de pagina kun je makkelijk van de ene pagina naar de andere doorklikken. Je vindt een lijst met alle tools in het tabblad ‘Hulpmiddelen’ en in de Engels- of Franstalige folder die je kunt downloaden op de startpagina (groen kader in de rechterkolom).


3.   Waarvoor staat de rubriek ‘Inleiding’?

Deze rubriek is opgesplitst in vier delen en bevat 13 tools met essentiële achtergrondinformatie zoals de herkomst van vluchtelingen, de gevolgde routes (Tool 1), de ethische aandachtspunten en de aanpak van cultuurverschillen tijdens het werken met vluchtelingen (Tool 3 en 4). Daarnaast wordt een woordje uitleg gegeven over vier talen die door recent aangekomen vluchtelingen worden gesproken: Arabisch, Koerdisch, Perzisch en Somalisch.

De tools in taalverwerving bieden waardevolle informatie om vrijwilligers te laten nadenken over hun taalondersteuningsmethodes. Ze zoomen in op de uitdagingen waarmee vluchtelingen met een basisniveau inzake taalvaardigheid worden geconfronteerd, en hoe via positieve planning en voorbereiding vooruitgang kan worden geboekt.


4.   Welke tools bevat de rubriek ‘Voorbereiding en planning’?

Deze rubriek omvat 20 verschillende tools die allemaal betrekking hebben op de praktische aspecten van de voorbereiding en het verstrekken van taalondersteuning aan een uiteenlopende vluchtelingengroep. Het is raadzaam deze tools door te nemen en voor de start van de sessies enkele activiteiten uit te proberen. Vrijwilligers kunnen ook steeds teruggrijpen naar de tools bij de organisatie van hun taalondersteuning.

De tools in Aandachtspunten omvatten informatie en activiteiten in het kader van taalondersteuning in uiteenlopende en gecompliceerde situaties. Een Behoefteanalyse opmaken is een nuttig uitgangspunt voor vrijwilligers die zich een beeld willen vormen van de vaardigheden van vluchtelingen-taalverwervers in verschillende talen en van hun onmiddellijke taalbehoeften. De rubriek Inhoudsplanning bevat drie tools die de vrijwilligers helpen bij hun keuze m.b.t. de activiteiten die ze zullen opnemen in hun sessies (zie ook vraag 7).


5.   Welke activiteiten komen aan bod in de rubriek ‘Activiteiten’?

Deze rubriek omvat vijf onderdelen met in totaal 24 tools. Onder de titel Aan de slag vind je belangrijke tips voor een eerste kennismaking met vluchtelingen-taalverwervers.  De andere categorieën gaan over Woordenschat leren, een cruciaal aspect in taalverwervingsprocessen, en Nadenken over taalverwerving, waarbij vluchtelingen worden aangemoedigd om stil te staan bij hun taalvaardigheden en hun taalverwervingsproces.

De volgende groep tools bestaat uit 15 thematische Scenario’s voor taalondersteuning rond zorgvuldig uitgekozen situaties die gelinkt zijn aan contexten uit het echte leven waarin vluchtelingen zich kunnen bevinden. Het gaat onder meer over het gebruik van gsm of smartphone, belkrediet kopen, gebruikmaken van de gezondheidszorg, kleren kopen, huisvesting vinden en gebruikmaken van post en bank (zie ook vraag 9). De titel De reisroute en de plaatselijke omgeving in kaart brengen bevat drie bruikbare tools voor taalondersteuningsactiviteiten. Net als alle andere activiteiten in de toolkit kun je deze aanpassen aan lokale situaties of beperkingen.


6.   Welke onderwerpen behelzen de rubrieken ‘Hulpmiddelen’ en ‘Over de toolkit’?

Onder ‘Hulpmiddelen’ vind je een lijst met alle 57 tools uit deze toolkit die rechtstreeks aanklikbaar zijn. Er is tevens een Woordenlijst beschikbaar met termen die in de toolkit aan bod komen, maar waarmee je misschien niet meteen vertrouwd bent. Er werden eveneens vier Linkpagina’s opgenomen. De opgelijste websites – in het Engels, Frans, Duits en Italiaans – bevatten informatie en hulpmiddelen rond taalondersteuning aan vluchtelingen. Elke website is voorzien van een korte inleiding. Tot slot is er een Selectie van links naar initiatieven van de Raad van Europa rond vluchtelingen, en naar de activiteiten van andere toonaangevende internationale organisaties.

Over de toolkit geeft informatie over de uitvoering van het proefproject in Italië en het ontwikkelingsproces van de toolkit. Deze rubriek bevat eveneens een beknopt verslag van de lancering ervan in november 2017 in de Raad van Europa en een lijst met alle medewerkers.


7.   Welke tool kan een vrijwilliger die met vluchtelingen werkt, gebruiken om hun taalachtergrond en -niveau te kennen?

In de rubriek ‘Voorbereiding en planning’ vind je onder Behoefteanalyse zeven tools rond deze doelstelling.Tool 24 maakt je wegwijs in de aanpak van je opdracht, leert je hoe je de individuele noden en prioriteiten van de vluchtelingen kunt nagaan en waarmee je rekening moet houden. De overige zes tools zijn niet als reeks bedoeld. Ze allemaal gebruiken zou onpraktisch zijn en daarom neem je ze beter eerst grondig door en beslis je nadien welke tool(s) jou het meest geschikt lijken binnen de gegeven context. Aan de hand van Tool 25 bijvoorbeeld kunnen vrijwilligers nagaan wat vluchtelingen al kunnen in de doeltaal en wat ze snel onder de knie willen krijgen. Tool 26 is gericht op vluchtelingen die weinig kennis hebben van het Latijnse alfabet, en Tool 27 en 28 reiken ideeën aan waarmee je kunt peilen naar de huidige taalvaardigheden van vluchtelingen.


8.   Hoe kunnen vrijwilligers zich voorbereiden op sessies waarin ze gebruikmaken van de scenario’s die voorkomen in de rubriek ‘Activiteiten’?

Tool 29 en 30, eveneens onder het punt Behoefteanalyse (rubriek ‘Voorbereiding en planning’) helpen vrijwilligers bij het bepalen van de aard van de taalondersteuning die vluchtelingen nodig hebben en in welke situaties ze de taal van het gastland moeten kunnen gebruiken. Onder het volgende punt Inhoudsplanning vind je drie uitermate praktische referentielijsten met situaties, communicatieve opdrachten en uitdrukkingen waarmee vrijwilligers hen kunnen helpen bij de keuze van speerpuntsituaties, de taalfuncties waartoe vluchtelingen in staat moeten zijn in dergelijke situaties, en welke uitdrukkingen van cruciaal of praktisch belang kunnen zijn in deze situaties. Sommige vrijwilligers zullen ervoor kiezen deze lijst af te drukken en als referentiemateriaal bij te houden. Zorg er wel voor niet te veel onderwerpen te willen behandelen in een sessie of te vaak terug te komen op dezelfde situaties en uitdrukkingen in de volgende sessies. De vrijwilligers kunnen daarna de lijst met 15 scenario’s doornemen in de rubriek ‘Activiteiten’ en er een uitpikken die hen erg nuttig lijkt (zie ook vraag 9).


9.   Moeten vrijwilligers de scenario’s en andere activiteiten netjes na elkaar afwerken?

In functie van de context kunnen alle scenario’s nuttig zijn voor vluchtelingen. Het is evenwel raadzaam om een selectie te maken. Aan de hand van de informatie die ze bijeensprokkelden in de tools rond behoefteanalyse en het doornemen van de lijsten voor inhoudsplanning (zie vraag  8), moeten vrijwilligers in eerste instantie het scenario uitkiezen dat hen het nuttigst, dringendst en interessantst lijkt voor de vluchtelingengroep waarmee ze werken.Tijdens de volgende sessie kunnen ze een ander scenario uitkiezen dat hen eveneens bruikbaar lijkt en zo verder.

Er kunnen uiteraard ook situaties opduiken die belangrijk zijn voor de vluchtelingen, maar waarvan geen scenario voorzien is in de toolkit. In dat geval moet de vrijwilliger een scenario kunnen bedenken naar het voorbeeld van de bestaande scenario’s.


10.  Kun je de scenario’s wijzigen of aanpassen om tegemoet te komen aan de specifieke noden van een groep?

Uiteraard. De realiteit zal uitwijzen dat je ze vaak nog zal moeten aanpassen zodat ze beter afgestemd zijn op de context. Heel wat scenario’s reiken bijvoorbeeld foto’s aan als inspiratiebron voor de vrijwilligers. Zij zullen op hun beurt allicht beeldmateriaal willen gebruiken dat specifiek en relevant is voor het land of de stad waar zij aan het werk zijn waardoor de inhoud herkenbaarder is voor de vluchtelingen. In de scenario’s komen ook elementaire dialogen aan bod. Als er in de groep vluchtelingen zitten met een ruimere kennis van de taal van het gastland kunnen deze dialogen worden uitgebreid en aangepast, en kan de vrijwilliger zelf extra gelijkaardige dialogen verzinnen of zich baseren op de suggesties van de vluchtelingen. Van alle tools is er een bewerkbare Wordversie beschikbaar die je kunt downloaden.                                                                                                                           .

Het is evenwel belangrijk op te merken dat het niet de bedoeling is dat je de scenario’s noch de tools afdrukt voor de vluchtelingen. Ze zijn enkel bedoeld voor gebruik door vrijwilligers. Je mag uiteraard bepaalde onderdelen kopiëren om te gebruiken bij de taalondersteuningsactiviteiten.


11.  Ik coördineer een groep vrijwilligers die taalondersteuning geven aan vluchtelingen. Welke tools kan ik hen aanbevelen om hen wegwijs te maken in deze opdracht?

Alle onderdelen van de toolkit zijn bedoeld als ondersteuning voor vrijwilligers bij het voorbereiden en verstrekken van taalcoaching aan vluchtelingen. Een oriëntatiesessie voor vrijwilligers zou echter maar op een paar tools kunnen focussen.Vrijwilligers die geen voorkennis hebben van werken met vluchtelingen beginnen bij voorkeur met tools waarin ze worden verzocht na te denken over bepaalde sleutelaspecten van hun rol. Tool 10 en 11, die activiteiten bevatten die hen aanzetten om na te denken over de reden waarom vluchtelingen in een taalverwervingsproces zijn terechtgekomen en de beperkingen die ze eventueel kunnen ondervinden, zijn daarvoor aangewezen. Daarnaast zijn er ook nog de tools met nuttige achtergrondinformatie zoals Tool 1 en 2 die de geopolitieke situatie en de rechten van vluchtelingen schetsen in samenhang met hun wettelijke status. Tool 3 en 4 werpen belangrijke ethische en culturele thema’s op waarmee vrijwilligers behoedzaam moeten omspringen voor ze aan de sessies beginnen.

Tool 12 gaat dieper in op de details bij het verstrekken van taalondersteuning door vrijwilligers aan te leren hoe zij van hun taalondersteuningssessies een positieve, constructieve en doeltreffende ervaring kunnen maken voor de vluchtelingen-taalverwervers. Er zijn ook meerdere tools die een houvast bieden bij specifieke aspecten van taalondersteuning. Het kan bijvoorbeeld interessant zijn om Tool 17 aan de vrijwilligers voor te leggen. Deze tool bevat enkele uitdagingen die aantonen hoe moeilijk het is om een nieuwe taal te leren lezen en schrijven. Tool 24 schetst dan weer een overzicht van de procedures die de vrijwilligers eventueel kunnen doorlopen tijdens hun eerste kennismaking met vluchtelingen en de aard van de informatie die ze moeten inwinnen over de behoeften van de vluchtelingen (zie ook vraag 7). Tool 18 behandelt de soorten hulpmiddelen die vrijwilligers alvast kunnen verzamelen voor hun taalondersteuning en Tool 19 focust op activiteiten die het ijs kunnen breken en de taalverwervers op hun gemak stellen zodat elk van hen wordt aangemoedigd om deel te nemen. Vrijwilligers hebben er baat bij dit met hun coördinator en onderling te bespreken.  Het is ook wenselijk om tijdens de introductie de scenario’s door te nemen met de vrijwilligers en hen te vragen om een sessie te uit te werken met een of twee scenario’s zodat ze het opzet onder de knie krijgen.

Een oriëntatiesessie zou ook de aandacht kunnen vestigen op Tool 23 waarin vrijwilligers worden aangespoord om een reflectiefase in te lassen en de positieve en minder succesvolle elementen in hun sessies te omschrijven. Aansluitend daarop moeten ze nadenken over de manier waarop ze hun toekomstige sessies zullen bijsturen.


12.  Biedt de Raad van Europa enige vorm van oriëntering of opleiding voor vrijwilligers die met vluchtelingen werken?

Momenteel is er geen rechtstreekse opleiding of onlinebegeleiding voorzien door het taalbeleidsprogramma van de Raad van Europa. Het European Centre for Modern Languages (ECML) in Graz zou in de toekomst de mogelijkheid van een dergelijke ondersteuning willen overwegen. Het ECML is echter onderworpen aan een Gedeeltelijk Akkoord waarbij niet alle 47 lidstaten van de Raad van Europa betrokken zijn. Voor vragen kun je terecht bij e-mail (contact).