België is van november 2014 tot mei 2015 voorzitter van het Comité van Ministers van de Raad van Europa. De 47 lidstaten zijn om de beurt, in Engelse alfabetische volgorde, voor zes maanden voorzitter. Het Belgische voorzitterschap komt na Azerbeidzjan en voor Bosnië-Herzegovina.

Het Comité van Ministers is een politiek beslissingsorgaan van de Raad van Europa: het beslist over lidmaatschap, de begroting en waakt over de waarden van de organisatie. Het neemt zijn beslissingen zoveel mogelijk bij consensus, maar in sommige gevallen volstaat een twee derde meerderheid. Andere onderdelen van de organisatie zijn:

  • het Europees Hof voor de rechten van de mens
  • de Parlementaire Vergadering
  • het Congres van Lokale en Regionale Overheden
  • de Conferentie van Internationale Niet-Gouvernementele Organisaties
  • de Commissaris voor mensenrechten
  • de Secretaris-Generaal van de organisatie.

Secretaris-Generaal Thorbjørn Jagland is verantwoordelijk voor het strategisch management van de organisatie. Hij staat in voor het secretariaat van het Comité van Ministers en vertegenwoordigt de Raad van Europa.

De voorzitter van het Comité van Ministers leidt het debat in goede banen. Hij zorgt ervoor dat de discussies uitmonden in een operationeel en concreet resultaat, bij voorkeur door een beslissing bij consensus. Daarbij werkt hij steeds in nauw verband met de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.

De voorzittende Belgische minister van Buitenlandse Zaken kan naar buiten toe optreden als vertegenwoordiger van het Comité van Ministers van de Raad van Europa en spreekt in naam van de 47. Deze politieke rol speelt hij in overleg en in tandem met de Secretaris-Generaal.

 

Verantwoordelijken Van Het Voorzitterschap

Voor de buitenwereld is Secretaris-Generaal Thorbjørn Jagland het meest bekende gezicht van de Raad van Europa. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken is een primus inter pares als voorzitter van het Comité van Ministers en stuurt gedurende zes maanden het interne politieke overlegproces van de 47 lidstaten. Hij draagt ook bij tot het politieke overleg met andere spelers zoals de Europese Unie, de OVSE of de Verenigde Naties.

In Straatsburg komt het Comité van Ministers vrijwel elke week samen. Dat gebeurt op het niveau van de Permanente Vertegenwoordigers van de 47 lidstaten in Straatsburg. Eén keer per jaar komt het Comité van Ministers samen op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken. Deze bijeenkomst zal tijdens het Belgische voorzitterschap plaatsvinden, op 19 mei 2015 in Brussel, als orgelpunt van het voorzitterschap.

De Belgische vertegenwoordiger in Straatsburg, de Permanente Vertegenwoordiger, treedt met zijn medewerkers zes maanden lang op als moderator van de wekelijkse vergaderingen van het Comité van Ministers. Zijn taak bestaat erin de standpunten van de 47 delegaties dichter bij elkaar te brengen en het besluitvormingsproces zo efficiënt mogelijk te laten verlopen, bijvoorbeeld bij het toezicht op de uitvoering van de arresten van het Europees Hof voor de rechten van de mens. Dit vergt voortdurend overleg met de andere delegaties, met het secretariaat van de Raad van Europa en met middenveldorganisaties.

Net zoals andere delegaties wordt de Permanente Vertegenwoordiger voortdurend ondersteund door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, meer bijzonder de Directie Multilaterale Zaken, de Directie Juridische Zaken en de Beleidscel van de minister van Buitenlandse Zaken. De instructies aan onze Permanente Vertegenwoordiging, of er nu een voorzitterschap is of niet, worden steeds onder de politieke verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken uitgestuurd. Over heel wat van de dossiers die in Straatsburg ter sprake komen wordt trouwens in Brussel overlegd met andere federale overheidsdiensten en met de gewesten en gemeenschappen. De Raad van Europa is immers actief in een veelheid van beleidsdomeinen, zoals Justitie, Sociale Zaken, Jeugd en Cultuur. Een aantal belangrijke evenementen in het kader van het Belgisch voorzitterschap worden overigens georganiseerd door andere federale overheidsdiensten of door de gewesten en gemeenschappen.